Fearless

Vechtfilms maken een vast onderdeel uit van het filmaanbod in de bioscoopzalen en op televisie. Vele daarvan leveren als verhaal een eenvoudige set om hier en daar wat spectaculaire of grappige choreografieën van vechtscenes neer te zetten. Los daarvan bestaat er ook een authentiek Chinees literair kunstgenre waarin krijgskunstenaars de hoofdrol spelen. Ik denk aan pareltjes zoals "Crouching tiger, hidden dragon" (van Ang Lee, die ook het oer-Engelse "Sense and sensibility" maakte en het recente "Lust, caution") of de trilogie van "Hero" , "The house of the flying daggers" en "The curse of the golden flower". Hierbij is de plot van het verhaal een menselijk drama, geplaatst in, en gebracht met de context van wushu, het Chinese boxen, of Chinese krijgskunst in het algemeen. Deze "wuxia" bestaan al meer dan tweeduizend jaar en vertellen, net als de Westerse "Zorro" en "Robin Hood", verhalen van liefde, opstand en gerechtigheid.

In tegenstelling tot de Japanse samoerai, ontwikkelden de Chinese xia, man of vrouw, zich tot een soms in geheime genootschappen georganiseerde tegenkracht temidden een bureaucratische samenleving. Het hoeft dus niet te verwonderen dat verhalen over hun wedervaren zeer populair werden in een strak bestuurd land. De xia waren de vriend van rechtvaardige leiders en de gevreesde tegenstanders van onderdrukkers. Ook vandaag staat de Chinese overheid vijandig tegenover de traditionele krijgskunst, die zij tracht te verbannen, ofwel letterlijk, ofwel door ze te vervangen door vechtsport en -gymnastiek.

Een zekere dosis fantasie behoort tot de vaste bestanddelen van de wuxia, op één na: het leven van Huo Yuanjia.

Huo Yuanjia groeide uit tot een ware volksheld. Zijn leven is daarom moeilijk te vertellen, omdat bij deze "levende legende" van het begin van de twintigste eeuw feit en fictie bijna niet gescheiden kunnen worden, zo beroemd was hij. Huo Yuanjia werd geboren in 1868, als de vierde van tien kinderen. Zijn vader was een bekend wushu-leraar, maar verbood elke training aan Yuanjia wegens diens zwakke gezondheid. Hij verkoos een schoolse opleiding voor zijn zoon, waarbij de opvoeding tot nederigheid centraal stond. En dus bespioneerde de jonge Yuanjia zijn vaders trainingen, en oefende zelf.

In 1890 werden alle deelnemers van zijn de Huo-wushu-school verslagen tijdens een toernooi. Yuanjia wenste verbazend genoeg als laatste deel te nemen, en versloeg de uitdagers. Zijn vader besliste dan om hem verder op te leiden. Uiteindelijk verwierf Yuanjia grote faam als "onoverwinnelijk" krijger.

Het einde van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw betekenden een droeve periode in de geschiedenis van China. Het centraal gezag was zeer zwak en het land was overgeleverd aan de arrogante en uitbuitende politiek van koloniale mogendheden: Groot-Brittannië, Rusland, Japan, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Frankrijk en de USA. Westerse vechters allerlei trokken door China om hun superioriteit nog wat in de verf te zetten. Huo Yuanjia nam die beledigingen niet langer en meldde zich als tegenstander van al die vechtersbazen. Hij versloeg ze allen, en herwon zo voor de Chinese bevolking een deel van haar trots en zelfvertrouwen, het maakte hem tot rolmodel voor vele Chinese burgers.

Twee gebeurtenissen zetten Yuanjia nog verder op weg. Op zeker ogenblik werd hij gestalkt door ene Zhang Wen Dat, een arrogant en pretentieus vechter. Na lang aandringen liet Huo Yuanjia zich overhalen tot een gevecht. Yianjia versloeg Wen Dat met slechts twee bewegingen. Hoe kon zulks? Het verschil lag niet in behendigheid, maar in spirituele ontwikkeling waardoor Zhang Wen Dat bescheidenheid miste. Ondertussen was in China tevens de bokseropstand bloedig onderdrukt door machinegeweren. Beide ervaringen, de arrogantie van Zhang Wen Dat en de overmacht van kogels en granaten, te samen met een afkeer van koloniale bemoeizucht, brachten Yuanjia in 1910 ertoe de Chin Woo wushu-academie op te richten. Om te verdoezelen dat in de academie krijgskunst werd getraind, noemde hij het "Centrum voor Lichamelijke Opvoeding".

De populariteit van Huo Yianjia was een doorn in het oog van zowel de Chinese overheid als van de koloniale machten. Slechts 42 was Huo Yuanjia toen hij stierf, een dood ook met mysterie omweven. Volgens sommigen werd hij vergiftigd door de koloniale overheden, volgens anderen stierf hij aan tuberculose. Zijn skelet bleek arsenicum te bevatten, maar zelfs dat geeft geen uitsluitsel: arsenicum werd begin 1900 vermengd in sommige medicijnen.

De Chin Woo academie bestaat nog steeds. Tijdens de culturele revolutie werd ze verboden van 1966 tot 1976.

Vechtfilms zijn een vast onderdeel van het filmrepertoire. Jet Li, bekend daarvan, opgeleid in de Chin Woo academie, vertolkte de hoofdrol in de verfilming van het leven van Huo Yianjia, onder de titel "Fearless". Mooie beelden, knappe scenes, maar voor wie de persoonlijkheid van Huo Yianjia aanvoelt, een teleurstelling. Een dermate grote teleurstelling dat de familie van Yianjia een klacht neerlegde tegen de film wegens (eufemistisch) "niet accuraat", lees: beledigend. De film hangt een zeer negatief, en vooral onjuist, beeld op van de jonge Yianjia. De oorzaak daarvan kan liggen in commerciële overwegingen, maar meer voor de hand liggend is dat bureaucratische overheden zich ook vandaag nog hoeden voor een mogelijke heldenstatus van krijgskunstanaars. Er is echter een belangrijk verschil tussen een film als "Fearless" en andere wushu-verhalen: de basis van het verhaal, het leven van Huo Yianjia, is waar gebeurd.

Huo Yuanjia begreep, net als andere krijgskunstmeesters uit het begin van de 19de eeuw, dat de moderne samenleving een herdefiniëring van de krijgskunstbeoefening noodzakelijk maakt. Niet alleen voor zijn moed bij toernooien tegen Westerse tegenstanders, maar voor dit inzicht is hij alle waardering waard.