Tai Chi Chuan

Tai chi of beter “tai chi chuan” heeft zeer oude wortels. Zijn twee belangrijkste bronnen zijn de wushu gevechtstechnieken enerzijds en anderzijds de taoïstische meditatie, gezondheidsoefeningen (qi-gong) en levensvisie. Beiden zijn in tai chi versmolten en, mede door de nood aan popularisering van de discipline in de 20ste eeuw, gegroeid tot wat we vandaag kennen als het trage en zachte “schaduwboksen”. De drie belangrijkste invalshoeken van tai chi zijn dus zelfverdediging, gezondheid en meditatie. Wanneer aan het aspect “boksen” en zelfverdediging minder of geen aandacht wordt geschonken, spreekt men soms van “taichi-qigong”, taichi beoefend uitsluitend omwille van een betere gezondheid.

Tai chi chuan is een onderdeel van de "tai chi-cultuur", met een levensvisie geworteld in het neo-confucianisme en het taoïsme. Die ziet de oorspronkelijke toestand van het universum als één onverdeeld geheel, Wu-chi, dat zich daarna splitst in twee elkaar aanvullende tegengestelden, yin en yang. Wanneer yin en yang in een cyclische beweging in elkaar overgaan, ontstaat de werking van tai chi. Dit stelt men voor door het zeer bekende tai chi-teken:

“Tai chi” ontstaat dus uit Wu-chi en is een voorstelling van de werking van het universum en van de natuur. Tai chi chuan is de krijgskunst waarvan de bewegingen dit principe volgen of zelfs gewoon zijn. Net als aikido is tai chi een krijgskunst die zich richt op de werking van het universum, “de Tao” in China, “Kannagara no michi” in Japan.

Omdat de werking van yin en yang wezenlijk is voor tai chi, is het ‘onderscheiden tussen “vol” en “leeg”’ een van de belangrijkste vereisten bij de uitvoering van een vorm. De vorm begint en eindigt in de wu-chi houding waarin het gewicht gelijk verdeeld, als het ware de “toestand van oorsprong”. Het ongelijk verdelen van het gewicht is oorzaak van het ontstaan van “vol” en “leeg”, en dus de bron van de tai chi-beweging.

(Foto: Yang Chenfu in de vorm "enkelvoudige zweepslag") De geschiedenis van tai chi is zeer gedetailleerd. Daarover, en ook over de verschillende stijlen, vind je bij de links meer informatie. De verschillende stijlen (Chen, Yang, Wu, Wu(hao) en Sun) hebben alle hun visie op lichaamsbeweging en techniek, op de werking van de energie en op de vorm. Sommige zijn atletisch en hebben grote, lage standen, en hoge trappen. Andere hebben een natuurlijke houding. De basisidee is echter bij alle dezelfde.

Op de startpagina van deze site ziet u de Oosterse schrijfwijze van "tai chi". De Europese schrijfwijze is weinig eenvormig en zorgt soms voor misverstanden. Tai chi wordt ook wel als "taiji" geschreven, Wu chi als "Wu ji", tai chi chuan als "taijiquan". Andere schrijwijzen voor dezelfde discipline.