Het ontstaan van aikido in historisch perspectief

Deel 8: Heden en toekomst

We kunnen stilaan terugblikken op deze historische context van het ontstaan van Aikido.

Allereerst is er de ambivalentie. Aikido mag zich dan al ontwikkeld hebben tot een op vrede gerichte “spirituele” krijgskunst, zij draagt nog steeds de overblijfselen van het vooroorlogs ultra-nationalisme, en kan hier en daar neigen tot irrationalisme, aspecten, die uiteraard niet verzoenbaar zijn met het centrale principe van "Geen Schade", en waarvoor misschien wat blindheid bestaat. Aikido als geheel blijft een mix van ultra-nationalistische irrationalistische elementen enerzijds en humanistische elementen anderzijds , een mix die ook sommigen heeft ontgoocheld en waarschijnlijk nog zal blijven ontgoochelen.

Ook de verwarring tussen het beoefenen van aiki-jitsu en van aiki-do blijft aanzienlijk en er blijkt een zeker verschil tussen het pre- en post-Viëtnam aikido.

Morihei Ueshiba omschreef het nieuwe “Aiki” als overeenstemming met de ontwikkeling van het universum. Aangezien voor vele Japanners de geschiedenis van het Universum en de geschiedenis van Japan niet zo veel van elkaar verschillen, kunnen we met wat cynisme, het ”Aiki” van Morihei Ueshiba vertalen” als “leven in overeenstemming met de politiek van de dag”. Zulk een houding staat haaks op de Westerse “revolutionaire” emancipatie- en vredesbewegingen. Niet weinig Japanse aikidoleraren doen inderdaad smalend over Westers vredesactivisme. Zij staren zich blind op het verwerven van “innerlijke vrede”, en hebben geen oog voor maatschappijkritiek.

In haar erg boeiende tekst “Japan’s Grassroot Pacifism” stelt Mari Yamamoto dat het Japanse pacifisme te veel zijn aandacht beperkt heeft tot de afkeer van oorlogsgruwel, en te weinig oog heeft voor maatschappelijke factoren, in tegenstelling tot de “Westerse” traditie van de mensenrechten. Hij stelt daarom een soort synthese van deze pacifistische tradities voor.

Juist omwille van deze houding van “verzoening en leven met de politiek van de dag”, zijn de politieke ontwikkelingen in het hedendaagse Japan niet zonder belang. Sinds het einde van de Koude Oorlog in 1989 bevindt Japan zich in een identiteitscrisis, nu het zijn rol als “onzinkbaar vliegdekschip tegen het communisme” kwijt is. Het economische centrum ligt nu bij China en India.

In 2003 besluit Japan deel te nemen aan de Amerikaanse bezetting van Irak, een eerste doorbreking van het Japanse anti-militaristische Grondwetsartikel 9. Oorlogsmisdaden worden in vraag gesteld, eer bewezen aan vroegere kamikaze-piloten, de kleindochter van Hideki Tojo wil eerherstel voor haar “lieve grootvader”. Nieuwe ultra-nationalistische bewegingen steken de kop op onder meer onder impuls van premier Shinzo Abe, ook het huidige Japan heeft haar “neo-con”- politieke fracties. Daartegen vonden in Tokyo verschillende demonstraties plaats van ongeruste Japanners die bang zijn dat “het vroegere militarisme aan het terugkomen is” en dat het Japanse pacifisme onder druk komt.

Voor al wie toegewijd is aan aikido als vredelievende krijgskunst, kunnen deze vaststellingen een duidelijk signaal en zelfs een waarschuwing zijn om naar de toekomst toe de positieve, humanistische elementen van aikido verder te ontwikkelen of te promoten en de negatieve te laten voor wat ze zijn, of nog sterker, de bestaande ultra-nationalistische aspecten af te bouwen.

Een nieuw democratisch pacifisme gebaseerd op een synthese van Westerse, Japanse, Chinese, Indische, … pacifistische tradities en op de Mensenrechten in het bijzonder, lijkt daarom een betere basis voor de vredelievende invulling van de aikidotraining dan een “zuiver” Japanse spiritualiteit.