Het ontstaan van aikido in historisch perspectief

Deel 2: Het Westen achterna

De ultra-conservatieven, de Chosu en vooral de Satsuma, krijgen vooraanstaande posten in het Meiji-regime, zo invloedrijk dat het bestuur bijna volledig in handen komt van deze “genro”. Het bestuur op basis van een “Westerse” grondwet, de aristocratische Keizer en de Satsumu-oligarchie, samen een “Constitutionele Monarchie”, betekent rond 1880 de start van een nieuw modern Japan.

Dat is het Japan waarin Morihei Ueshiba geboren wordt in 1883, slechts zes jaar na de Satsuma-oorlog. Zijn moeder had verre connecties met de Takeda’s, ook een vooraanstaande samoeraiclan die door de Tokugawa’s in de zestiende eeuw werd verslagen, en die nu sympathiseerde met de Satsuma. Morihei Ueshiba groeit op in deze omgeving, heeft veel interesse in shinto, minder in boeddhisme, en legt zich toe op het beoefenen van krijgskunst, in het bijzonder de Yagyu-shingan ryu.

De Yagyu's waren de persoonlijke lijfwacht van de voormalige shoguns. Hun zwaardschool, Yagyu-shinkage ryu, promootte een beoefening van krijgskunst in functie van het bewaren van vrede, “katsujinken: het leven gevend zwaard”, geïnspireerd door de leer van zenmeester Hakuin. De Yagyu’s hadden zich midden jaren 1500 geperfectioneerd bij de grondlegger van de shinkage ryu, Nobutsuna Kamiizumi , die tot de vermaardste zwaardvechters van zijn tijd behoorde en die zich toelegde op Zen en op boeddhistisch mededogen. Daarmee contrasteerde de Yagyu-shinkage ryu sterk met de meeste andere krijgskunstscholen, die soms ronduit wreed waren. Samen met de itto ryu was zij de enig toegelaten zwaard school voor het onderricht van de Tokugawa’s.

Araki Mataemon, een zeventiende eeuws beoefenaar van Yagyu-shinkage ryu, ontwikkelde in aanvulling de ongewapende technieken van het Yagyu-shingan ryu jyu-jitsu. Ook het concept van “Shingan” gaat terug op Zen, en betekent het “Oog van de Geest”, verwijzend naar het innerlijk waarnemen van en afstemmen op de tegenstander.

Morihei Ueshiba leerde Yagyu-shingan ryu jyu-jitsu van “gewone” leraren zoals Masakatsu Nakai , maar Kenkichi Sakakibara, de laatste Yagyu-lijfwacht van de Tokugawa’s, stond toen nog bekend als een buitengewoon vermaard zwaardvechter.

Beroepsmatig heeft Morihei Ueshiba het wat moeilijker. In 1904 wordt hij soldaat in het leger, om deel te nemen aan de eerste Russisch-Japanse oorlog Daarmee verbaast Japan de wereld en bevestigt het zijn positie als moderne, industriële mogendheid die voor geen Westers land moet onderdoen, dit nog slechts 50 jaar na de aankomst van “De Zwarte Schepen”. Morihei Ueshiba keert er na drie jaar van terug en wijst uitnodigingen om terug dienst te nemen af, misschien omdat zijn vader ongerust was om zijn enige zoon te verliezen, misschien omdat hij het leger beu was.

Wat later zet hij zich in voor het behoud van kleine shinto-tempels, die bedreigd worden door een beleid om deze samen te voegen tot enkele grotere, de eerste tekenen van een groeiende staatsideologie ten gunste van Staatsshintoïsme. De protestactie staat onder leiding van Kumakusa Minakata, die in het Westen gestudeerd heeft en teruggekeerd is naar Japan, en die veel aandacht schenkt aan de gevolgen van milieuvernietiging.

Morihei Ueshiba was geen enig kind, maar wel enige zoon. Zijn oudere zus was rijk (in)getrouwd in de familie "Inoue". Haar man Zenzo was welgesteld, maar Kochiro Inoue, haar schoonbroer en dus ook die van Morihei, zal in de komende jaren tot de rijkste mannen van Japan behoren. De Inoue’s waren uitgesproken Satsuma-gezind.

De vader van Morihei Ueshiba onderneemt samen met hen een expeditie naar het noordelijke onontgonnen Hokkaido. Morihei gaat mee, krijgt verantwoordelijke functies toegewezen, en volgt wat later zelfs zijn vader op in de plaatselijke gemeenteraad van Shirataki, het dorp waar beide families verblijven.

Morihei Ueshiba is nu bijna dertig jaar oud, en een bekwaam krijgskunstenaar in de Yagyu-shinkage ryu traditie, waarvan hij vooral het Yagyu-shingan ryu jyu-jitsu heeft geleerd.

Verder...