Het ontstaan van aikido in historisch perspectief

Deel 6: Naar een nieuw aikido

De familie Ueshiba heeft in 1945 geen inkomen meer, maar samen met de laatst bijgekomen leerlingen van de Kobukan, een nieuwe generatie twintigers, zetten ze hun schouders onder een nieuwe toekomst. Kisshomaru Ueshiba en Koichi Tohei nemen de leiding. De grote fysieke kracht van Morihei Ueshiba begint sterk te minderen, hij is tenslotte als midden in de zestig. De voor-oorlogse leerlingen van Morihei Ueshiba die van hem aiki budo geleerd hebben gaan bijna allen hun eigen weg. Sommige zeggen daarbij dat ze “het moderne aikido niet begrijpen”, of worden gerecruteerd als anti-syndicale security agenten, zoals Gozo Shioda die toen Yoshinkan stichtte.

Gestuwd door het pacifisme dat groeit in de samenleving, of “de nieuwe consensus” volgend, om zichzelf en de natie een nieuw leven te geven, leggen zij zich in groep toe op het herwerken van aikido tot een vredelievende krijgskunst. Koichi Tohei en Kisshomaru Ueshiba werken sterk aan de inhoud en presentatie, Morihei Ueshiba belichaamt het nieuwe project, de andere leerlingen ondersteunen het. Samen passen ze de technieken aan opdat ze niet langer zouden schaden of de bedoeling daartoe zouden hebben.

Het is dan ook nodig om even stil te staan bij deze drie persoonlijkheden die samen de fundamenten zullen leggen voor het moderne aikido.

Koichi Tohei was bijna even oud als Kisshomaru. Hij had niet alleen Morihei Ueshiba als leraar, maar ook Tempu Nakamura. Diens echte naam was Saburo Nakamura, een man, tien jaar ouder dan Morihei Ueshiba, en er een goede kennis van. Het verhaal van Saburo Nakamura is een verhaal op zich, erg leerzaam en relevant in deze ontstaansgeschiedenis van aikido.

Saburo Nakamura werd geboren in 1876 als zoon van een voormalig samoerai, Yuusuke Nakamura, een welgestelde familie, betrokken bij het Meiji bewind. De vader van Saburo zou het papier ontwerpen waarop de eerste Japanse bankbiljetten gedrukt werden. Ook Saburo zelf zou ooit nog een succesvol zakenman worden. De familie Nakamura was eveneens heel erg betrokken bij de activiteiten van de ultra-nationalistische Genyosha en zo ook Saburo, die in 1904 als geheim agent naar Mantsjoerije vertrok. Hij was erg bekwaam met zwaard, welk hij daadwerkelijk veelvuldig gebruikte, maar het welke hem niet voldoende kon beschermen tegen een Chinese overmacht. Die nam hem gevangen en veroordeelde hem ter dood, wat Saburo gelaten en zelfs met enige trots onderging. Op het ogenblik van zijn executie deden zijn krijgsmakkers echter een bomaanslag tegen het gevangenenkamp en Saburo kon ontsnappen in de verwarring die daarbij ontstond. Als oorlogsheld keerde hij terug naar Japan.

Maar dan wordt Saburo Nakamuro getroffen door een “vijand” die toen veel slachtoffers maakte: tuberculose. Zoals wel meer welgestelden op dat ogenblik gaat hij op wereldreis, op zoek naar genezing. In Frankrijk wordt hij heel genereus opgevangen door Sarah Bernardt, de beroemde actrice. Saburo blijft er een tijd logeren en in die tussentijd brengt Sarah Bernardt hem in contact met de Duitse bioloog Hans Driesch, die baanbrekend werk leverde op het gebied van embryonale celsplitsing. Hans Driesch was niet alleen wetenschapper, maar ook aanhanger van de theosofie.

Theosofie is de leer die, volgens de leuze “Er is geen religie boven de Waarheid”, ervan uitgaat dat alle godsdiensten ter wereld een uitdrukking zijn van één en hetzelfde. Deze leer heeft eeuwenoude bronnen, maar het is Helena Blavatsky (1831 – 1891) die aan de basis ervan ligt. “Madame Blavatsky” was een zeer bijzondere vrouw. De invloed die van haar en van haar leer, de theosofie, is uitgegaan, kan moeilijk overschat worden, jammer genoeg niet alleen te goede, maar ook ten kwade.

Helena was zeer begaafd, ook of vooral paranormaal. In combinatie met haar universele interesse voor wereldgodsdiensten, wordt ze daarom gezien als de grondlegster van de twintigste eeuwse “new age” beweging.

Ze was ook voorstander van “Universeel Broederschap” en verkondigde de theosofie als “zonder onderscheid van ras, geslacht, herkomst”, voor iedereen dus. Op latere leeftijd verhuisde ze naar India, samen met haar “tweede in rij” Annie Besant, eveneens een bijzondere vrouw, die na haar dood aan het hoofd zou komen van de Indische theosofische beweging. In India ontmoetten ze de jonge M.K.Gandhi , nog niet lang terug uit Zuid-Afrika. Gandhi “bekeerde” zich niet tot de theosofie, maar de kennsmaking moedigde hem wel aan om zijn Hindu-achtergrond verder te onderzoeken. Nehru, de boezemvriend van Gandhi, werd wel “theosoof”. Het was Annie Besant die later aan Gandhi de titel “Mahatma” gaf, en zo kennen we hem nu, als Mahatma Gandhi, en deze Mahatma Gandhi zou een belangrijke inspiratie bron worden, voor het pacifisme, én voor de diepe ecologie. De theosofische idee dat alle godsdiensten één zijn, moedigt inderdaad aan tot vrede, verdraagzaamheid en respect voor de Natuur.

De "Theosofische Beweging" ontdekt aan de Indische kusten een jongen, die ze van zijn familie weghalen, omdat ze er de nieuwe Messias in zien. De jongen, nu “Jiddu Krishnamurti” gaat aanvankelijk goed mee in zijn rol. Over het water naar Australië wandelen, zoals zijn volgelingen verwachtten, lukt hem niet, en, wanneer zijn broer ondanks zijn gebeden aan tuberculose sterft, ontbindt hij de organisatie die speciaal voor hem was opgezet binnen de theosofie. Hij verklaart zichzelf “Messias-af” en wordt gewoon een levensbeschouwelijk leraar. In 1985 krijgt hij de “Vredesmedaille” van de Verenigde Naties.

In Duitsland krijgt de theosofie echter andere navolging. De aandacht voor het paranormale en het niet-christelijke, voor het irrationele, verwordt tot waar irrationalisme en tot één van de bronnen van de “Conservatieve Revolutie”, tegen het rationalistische en materialistische marxisme en liberalisme, en daarmee ook van het nazisme. Helena Blavatsky had ook ideeën over “culturen”, waarbij ze voorzag dat de traditionele en “primitieve” culturen onderdruk zouden komen van de Westerse, welk zij associeerde met “Duitse Cultuur”. Ze sprak over “rassen” ipv over culturen en daardoor was ze begeerde leesvoer voor racisten die haar leer combineerden met het principe van natuurlijke selectie van het “sociaal Darwinisme” van die tijd. Zij lazen er de superioriteit van het “Duitse Volk” in en maakten van theosofie “ariosofie”. Een andere Duitser, Rudolf Steiner, vormde theosofie om tot “antroposofie”, een leer waarin hij de mens vergoddelijkt als “Vrij Wezen” en eveneens op maat gesneden van het nazisme. Ook nu heeft de antroposofie (bekend van de zgn Steiner-scholen”) connecties met het huidige extreem-rechts. Deze misvattingen van de theosofische leer was echter zeer tegen de zin van de Theologische Beweging, en nog voor WOII schreven ze hun leden aan om hen duidelijk te maken dat ze met het nazistische racisme niet steunden, en dat de woorden van Helena niet etnisch mochten geïnterpreteerd worden.

Het is een ontzettend leerzame vaststelling dat een leer, weze het deels ten gevolge van fanatisme, tot zo totaal tegengestelde inspiraties kan leiden, een waarschuwing die aanspoort tot duidelijkheid voor al wie een positieve boodschap wil brengen.

Het is deze theosofie, bron van new age, verdraagzaamheid en pacifisme, maar ook van irrationalisme en zelfs racisme en fascisme, die de zieke Saburo Nakamura leert kennen in deze West-Europese kringen. Bij afwezigheid van effectieve medicatie, hoopt hij op zelfgenezing, en zet zijn reis voort, naar Egypte. Ten einde raad en bijna hopeloos, ontmoet hij daar een mysterieuse Indische yoga-leraar , Cariapa. Die neemt hem mee naar de toppen van de Himalaya. En, de zuivere berglucht, samen met een doorgedreven yoga-training, brengen voor Saburo de zo lang gewenste genezing. Hij zal nog 96 jaar oud worden.

Helemaal genezen en hersteld, keert Saburo Nakamura terug naar Japan en begint er in 1919 een praktijk in “Japanse yoga”. Hij is als herboren en een nieuw mens. Geen ultra-nationalistische spion- en moordaanslagen meer, hij legt zich toe op geweldloosheid en “Ki”. Tijdens WOII spreekt hij zich uit tegen de oorlog, moet daarom even naar de gevangenis. Wanneer een Amerikaans piloot neerstort in zijn buurt, redt hij hem van razende boeren.

Zijn methode noemt de ondertussen "Tempu" Nakamura “shin shin toitsu do”. Het aikido van Koichi Tohei zou later “shin shin toitsu aikido” heten. Tijdens deze periode na WOII was Koichi Tohei ver van de enige aikidoka die tevens leerling was van Nakamura. Verschillende vooraanstaande leerlingen van Morihei Ueshiba waren in de vijftiger en zestiger jaren beoefenaars van deze “Japanse yoga”. De inbreng van Koichi Tohei in het ontstaan van het moderne aikido is aanzienlijk. Hij brengt niet alleen zijn technisch talent, maar ook de invloed van Nakamura mee, en daarmee ook die van India, van de theosofie, en zo ook de gevoeligheid voor new age-denken.

Morihei Ueshiba onderhield na zij arrestatie in 1935 geen contact meer met de Omoto kyo, noch met Onisaburo Deguchi. Na WOII heeft hij nog één keer een kort gespek gehad met Deguchi, meer niet. Bij de nieuwe leerlingen was wel enkele jonge Omoto-kyo leden, waaronder Kanshu Sunadomari, die manseido aikido oprichtte en wiens oudere broer de eerste biografie van Morihei Ueshiba heeft geschreven. Manseido Aikido is een harmonieus en enigszins religieus aikido, waarbij de beoefenaars als vast ritueel bij het begin van de training een tekst opzeggen “De Ziel van Aiki”, waarin aikido als "Universele Liefde voor de Natuur" wordt omschreven en die de nadruk legt op de persoonlijke "missie" van de beoefenaars.

Morihei Ueshiba vond wel andere spirituele of levensbeschouwelijke inspiratie bij de dertig jaar jongere Mashisa Goi, die de Byakko Shinko Kai (De Vereniging van het Witte Licht) had opgericht. Goi was tot de vaststelling gekomen dat Vrede een eenvoudig onderricht nodig had, en stelde daarom een vredesgebed op:

“Moge er Vrede heersen op Aarde.

Moge er Vrede zijn onze huizen en landen.

Moge onze missies zich voltrekken,

We danken jullie, Beschermengelen en Beschermende Goden”

De aanhangers worden aangemoedigd dit gebed te herhalen. Ook heeft de “Byakko” een luik training in zelfontdekking en het betuigen van respect aan de natuur.

Bijzonder is dat Morihei Ueshiba en Masahisa Goi het erover eens waren dat de “Weg van Aiki” en de “Weg van Byakko” één en hetzelfde zijn. Morihei Ueshiba vond inspiratie bij Goi. Voor WOII was Morihei Ueshiba altijd een stuurse en norse verschijning, na WOII glimlachte hij altijd, een eigenschap die door Koichi Tohei sterk werd benadrukt als expressie van een “andere krijgskunst”. Masahisa Goi was ervoor bekend dat hij iedereen zeer innemend begroette en veel glimlachte.

Omgekeerd moedigde Morihei Ueshiba de leden van Byakko ook aan aikido te beoefenen, en zo gebeurde. Er werd een aikido-dojo verbonden aan Byakku, die nog steeds verbonden is met de Aikikai So Honbu. Yoshiko Shindo is zo één van de weinige vrouwelijke Japanse aikido-leraren, die , zoals bv ook Tohei, twee discplines met elkaar verenigde: Byakko en aikido.

Morihei Ueshiba hield verschillende toespraken voor de Byakko-leden. Daaruit blijkt duidelijk dat Morihei Ueshiba Vrede voor ogen had, maar dan wel in de vorm van een “Theocratie”, die hij promootte als “Echte Democratie”.

Hij verdedigde de idee van de "eenheid van godsdienst en staat". Dat is niet verwonderlijk. Morihei Ueshiba was “kind van de Meiji-periode” en van het traditionele Japan. Mijn indruk is dat “moderne” democratische begrippen als “Scheiding der Machten”, “Scheiding van Kerk en Staat”, “positieve recht”, enz zijn bevattingsvermogen te boven gingen. Anderzijds is het zo dat ook een democratische samenleving steunt op een “democratische cultuur” op basis van universele mensenrechten.

Zijn voordrachten puilden uit van absolutistische termen en hij verdedigde “Absolute Gehoorzaamheid” aan de eigen “Goddelijke Missie”, en verlangde dat ieder zich zou reinigen van “Kwade Gedachten”. Welke gedachten “kwaad” zijn, dat vernemen we niet. Sterk in contrast stelde hij “dat er geen vijanden bestaan” omdat “vijandigheid een relatief begrip is”, waarmee alle extremismen vrijgepleit worden.

Maar aikido is voor hem “Nempi Kannon Riki”. “Kannon” of “Kwannon” is de Japanse naam van de Chinese Godin van Mededogen, Quan Yin, de “die de schreeuwen om hulp hoort”, en die op haar beurt verwant is aan het Tibetaanse Boeddhisme van de Dalai Lama. Aikido wordt zo een discipline van mededogen.

Morihei Ueshiba streefde in deze teksten zeker “Vrede” na, maar binnen een godsdienstige context, met name het shintoïsme. In die vorm was aikido-beoefening ongeschikt om in te passen in een moderne verdraagzame en multiculturele democratische samenleving. Peter Goldsbury merkt op dat de boodschap van Morihei Ueshiba “Goddelijk” was, die van zijn zoon Kisshomaru daarentegen , “Universeel”, en daardoor beter aangepast aan de hedendaagse democratische samenleving.

De derde naast Koichi Tohei en Morihei Ueshiba, inderdaad Kisshomaru Ueshiba, had eerst economie gestudeerd voor hij mee de leiding nam over de ontwikkeling van Aikido. Zijn vooropleiding en vooral beter inzicht in de aard van de moderne democratie, heeft hem er zeker toe aangezet een universelere invulling van aikido te geven. Morihei Ueshiba sprak veel over “Aiki”, waarbij hij toelicht dat zijn “Aiki” fundamenteel verschillend is van het vroegere “aiki” van aikijitsu, Kisshomaru daarentegen, net als Tohei, spreekt meerover “Ki”, energie die ontwikkeling en ontplooiing nodig heeft. Kisshomaru benadrukt dat aikido voor iedereen is, man of vrouw, jong of oud, Japans of niet-Japans. Daardoor krijgt aikido-beoefening een universalistisch, humanistisch karakter.

De “hele ploeg” herwerkt de aikido-beoefening, en het gaat daarbij om meer dan het verzinnen van een mooi PR-verhaaltje, de technieken worden daadwerkelijk aangepast opdat ze niet langer zouden schaden, maar zelfs “helen”. De worpen en de valtechniek worden zachter en klemmen worden toegepast volgens de natuurlijke werking van de gewrichten, de beweging nog ronder en natuurlijker. Morihei Ueshiba onderwijst nu ook het werk met wapens in functie van “studie in de diepte” (een vernieuwing, voor 1955 onderrichtte hij alleen ongewapende technieken). Aikido is niet langer de kunst om een tegenstrever te overwinnen met zijn eigen kracht, zoals in aiki-jitsu of aiki-budo maar de kunst om in harmonie te zijn met het universum, om (menselijke) energie te harmoniseren. Voortaan is Budo een “Weg tot Zelfverbetering”, de kunst om goed te leven in een vredelievende samenleving en niet meer om efficiënt te doden of sereen te sterven. De kern van aikido is “Masakatsu Agatsu”, “De goede overwinning is zelfoverwinning ” of nog “Ik overwin door me naar de waarheid te schikken”.

Het is een bijzonder project. Verschillende andere krijgskunsten zullen “verworden” tot Westerse competitie-sport. Morihei Ueshiba is niet de enige die competitie afwees, dat doen alle tradioneel ingestelde krijgskunsten, die zich beschouwen als “budo”, de kunst om de wapens een halt toe te roepen, te stoppen. Morihei Ueshiba was helemaal niet de enige Japanner die zich inschreef in de pacifistische golf na WOII. En Morihei Ueshiba was ook niet de enige hoog-getalenteerde krijgskunstenaar in Japan, die de nadruk legde op spontane beweging en niet rigide training van “vormen”. Maar Morihei Ueshiba en zijn omgeving waren misschien wel de enigen of de voornaamsten die én getalenteerde krijgskunstenaars waren én zich van competitie afkeerden én hun kunst in dienst van de ontwikkeling van een vredelievende discipline stelden. Dit “tripelpunt” maakt het moderne aikido wel bijzonder.

Het moderne aikido begint zich dus te ontwikkelen rond of vanaf 1950. Dat blijkt ook uit de interviews met Morihei Ueshiba. Zo zegt hij in 1957 dat "hij zeven jaar geleden aikido ontdekt heeft”, dat Takeda hem geen Aiki geleerd heeft, maar wel zijn ogen opende voor budo (waarom hij competitie afwijst) en vooral, berouwvol : “Ook ikzelf heb krijgskunsten onderwezen aan soldaten met het nut om anderen te doden tijdens de oorlog, ik was erg verward toen het conflict over was”.

Begin vijftiger jaren wordt de Amerikaanse bezetting opgeheven , en is “het produkt” Aikido klaar, en vooral klaar voor verspreiding binnen Japan.

Verder...